dinsdag 9 oktober 2012

Brussel marathon 7 oktober 2012

-Wanneer wil je vertrekken?
-Laatstens 07.20u
-Ik zal er zijn als ik de wekker vind in mijn nieuwe gsm.

Moe van de vorige dag hoop ik op een diepe slaap. Niets is minder waar maar ik ben er, op tijd, net om kleine Rob de fles te geven terwijl zijn papa de laatste hand legt aan de bagage, zijn schoenen checkt, nog een slok drinkt.
These shoes are made for running and that's just what they do
-Ik doe er hopelijk maximum drie en een half uur over, had hij gezegd dus was ik gewapend met de weekendkrant, de Humo, ‘De som der dagen ‘ van Isabel Allende en mijn camera. Met lectuur in de hand schrikt wachten me nooit af. Maar ik heb geen letter gelezen, integendeel, me flink gehaast om de afgesproken punten te halen. En bijna had ik het eerste weerzien gemist.
Het was een frisse veelbelovende ochtend met rijm op de ruiten. Dat hij dat leuk zou vinden, dacht ik in de wagen op weg, terwijl de morgenstond ontwaakte. Mistslierten over akkers en beemden in Kwerps en ergens wou een zon priemen. De zoon dan: ‘Kom, mama’ en weg waren we naar de hoofdstad, de snelweg voor ons alleen, gezellig saam.

It's a good day for a marathon
Naast het Jubelpark ontvouwt Frank de folder waar zijn kop op prijkt. Daar en daar en daar, wijst hij, kunnen we treffen. Hij schat de tijd in dat hij ginds zal zijn. Handig is dat. De dag ontluikt juichend in ’t Jubelpark, roze wolken maken zich op in de spiegel van een grote ronde vijver.

Frank gidst me door het kluwen van afgetrainde lijven tot aan ‘zijn’ spandoek.
-En wat moest gij vroeger van uw moeder doen, zoneke, grap ik.
-Drie keer per dag smoelen trekken, mama.

Hij kleedt zich om, staat 6de in de rij voor de HUDO, checkt borstband - die moet eraf, het stoort hem - de muziek (van Sander), de oordoppen van Yolan, bindt zijn schoenveters strakker, wrijft langs zijn neus, wipt eens van ’t ene been op ’t ander, zou nog een springfoto willen voor de triomfboog maar ik vind dat hij zijn kruit niet moet verschieten en klimt tot slot over de dranghekken voor de start. En dan gaat het snel, nog een wave, aftellen en weg zijn zij.

’t Is 9u. Ik haast me niet maar slenter ook niet, ik heb een opdracht: ter Kamerenbos en niet dat ik de weg niet ken, hoe vaak heb ik het traject niet gedaan? Maar dan zonder versperringen. Bij de zoveelste blokkade laat ik mijn wagen op een CD-parking achter, verwittig de politie agent dat ik snel een foto ga nemen en zet er vaart achter, samen met de joggers op de Louisalaan. Frank zou het bos inlopen, dus daar zou ik hem al kieken en ook bij het uitlopen, twee kansen. Welgeteld één minuut stond ik op post en daar zag ik hem uit het bos rennen, mijn lachende zoon een gekke move makend. Oef, dat was nipt. De volgende halte, Tervuren diende ik voor 10.45u te bereiken.

 10.37u  kom ik uiteindelijk aan , nipt want alles wat ook maar naar Tervuren verwees was geblokkeerd. Eindelijk vind ik tijd om ’t vrouwtje Tinte te bellen.
Bij elke voorbij hollende marathonman klappen we in onze handen en bijna kaffer ik een groep nonchalante voetgangers uit waarvoor enkele lopers hun tred moesten inhouden. Nee maar, wat een gebrek aan respect! Was het Frank overkomen dan was de leeuwin in mij uitgebroken want het moet gezegd, en we hebben het er in de auto over gehad, ik vind dit een tegen-natuurlijk gebeuren. Geen neantherthaler heeft het in zijn hoofd gehaald om 42 km aan één stuk te lopen, volgens mij, voor die Griek was het van moeten en de uitvinder van het joggen is voor zijn 60ste al joggend gestorven en ook de Voedselzandloper pleit eerder voor wandelen dan voor joggen… Bij elke marathon of lang trainen zit de schrik er bij me in dat hij pal dood valt, zoals die voetballers van tegenwoordig….

De onrust, angstaanvallen en vlagen van gezinsbegoogling stijgen naarmate de minuten verstrijken, de kerkklok heeft het laatste kwartier geslagen. Is hij gevallen onderweg, heeft hij plaspauzes ingelast; twee verteld hij achteraf. Ik tuur me te pletter. O, daar ontwaar ik eindelijk een blauw bloesje en zwart broekje aan een gestalte dat wel dat van mijn zoon zou kunnen zijn. En weer lacht hij voor hij het park inloopt.

Daarna zit ik in een tweestrijd en ik vraag hoe lang het parcours is daar tussen de bomen. Blijf ik om hem nogmaals aan te moedigen of rij ik al naar Brussel? Dàt hadden we niet afgesproken en hoe langer ik wacht hoe meer het me spijt dat ik gebleven ben, maar als hij weer verschijnt is mijn moederhart gerust gesteld, het was goed te wachten. En nu spurten, voor de laatste halte: de terminus, de finish. Onmogelijk om zijn aankomst vast te leggen, het is drummen op de Grote markt van Brussel. Ik zie nog net een meisje duidelijk over haar limiet in een brancard liggen en dan ga ik wat verder wachten. Het is Frank zelf die me ontdekt, nee , het was Stéphane en als ik hem daar zo bezweet zie staan schiet mijn gemoed vol. Een hart vol trots, toch wel.

Exacte gegevens:
  • naam Frank Gielen
  • geboren: 12-04-79 
  • lengte 1 meter 88 een half 
  • wedstrijdnr 251
  • aantal marathons : 4
  • tijd 3 u 19 m 19 sec
  • plaats  215
  • uitslag ja
  • geschreven door de mama